Much en many zijn twee woorden die vaak door elkaar, en helaas, verkeerd worden gebruikt.
In het Nederlands worden zowel much als many vertaald door ‘veel’ wat het nog eens extra moeilijk maakt.
Voor we beide uit elkaar kunnen houden, is het belangrijk eerst voor elk van hen apart na te gaan hoe ze gebruikt worden.
Wanneer gebruik je much en wanneer many?
Much wordt gebruikt in combinatie met een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.
Many wordt gebruikt in combinatie met een zelfstandig naamwoord in het meervoud.
Wanneer we het hebben over many en much, moeten we ook iets vermelden over telbare en niet-telbare zelfstandige naamwoorden.
Telbare zelfstandige naamwoorden kunnen gebruikt worden met een getal en hebben zowel een enkelvoudige vorm als een meervoudsvorm.
Bij telbare zelfstandige naamwoorden gebruik je many.
Niet-telbare zelfstandige naamwoorden kunnen enkel in enkelvoudige vorm gebruikt worden en niet met een getal.
Bij niet-telbare zelfstandige naamwoorden gebruik je much.
Voordbeelden:
“How much money do you have?”
“How many friends do you have?”
Maar je kan geld toch tellen, niet? Dat klopt, maar om many te kunnen gebruiken, moet er een munteenheid aan te pas komen. Je zou nooit zeggen: “I have 100 money“. Je zou zeggen: “I have 100 euro” Of “How many dollars do you have?“
Much en many worden vaak gebruikt in vragende en ontkennende uitdrukkingen.
Voorbeelden:
“I don’t have many friends”
“How much money did you spend last night?”
Much en many worden vaak samen gebruikt met de woorden: ‘so’, ‘as’, or ‘too’.
Voorbeelden:
“I have so much homework tonight!”
“She has as many shoes as I do.”
“John worries too much.”
Enkele oefeningen:
1. How _____ euros do you have on you?
2. How ____ was the car?
3. He has too _____ problems.
4. She is in so _____ trouble.
5. They have been to _____ concerts.
Oplossingen: many, much, many, much, many.
